|
---|
Adriaan Viruly, H. Hollander 1934 |
|
In Mei 1934 was, zoo meende men, het summum van sportier interesse, dat een volk toonen kon, bereikt. Wel hield een betrekkelijk gering percentage zich nog afzijdig, doch dat waren principieel afkeerigen van alles wat naar de zoo fel toegespitste wedstrijdsport zweemt, een categorie die, naar verondersteld werd, wel nimmer voor eenig sportief wedstrijdelement, quelconque, uit de plooi zou komen. Zoo .... meende men. Maar ziet, de K.L.M. heelt ons deze dwaling duidelijk gemaakt. En het dient thans eerlijk erkend: In het verwekken van geestdrift en algemeene belangstelling van heel een volk zijn de jongens van Lotsy (met alle respect overigens) royaal geslagen door de jongens van Plesman! Het moge waar zijn, dat voor de Nederlandsche luchtvaart in haar internationalen omvang de viucht van den U i v e r vooral van commercieele beteekenis is geweest, tot het volk heeft voornamelijk de sportieve kant van de - ik zou haast zeggen "laconieke" - prestatie van de beide kranige vlegers Parmentier en Moll met hun kundige medewerkers van Brugge en Prins, gesproken. Voor alles omdat het Nederlanders waren, die daar met de regelmaat van een klok door de lucht snelden naar het verre Australie, maar ook omdat onze piloten met een heel gewoon lijntoestel, dat stellig niet in de eerste plaats op snelheid ingesteld was, verschillende speciale race-vliegtuigen achter zich lieten . Zoo had de vlucht van de Nederlanders iets heroisch. |