Boekbeschrijving

Adriaan Viruly
Andries Blitz, Amsterdam
1931
Met 41 foto-illustraties en boekversieringen van T. Leeser.

Viruly schrijft dit boek al een jaar na het succesvolle eerste boek
'Voor Vrij...? Contact!

Inmiddels was Viruly tijdens het schrijven van 'In de Schroefwind' al niet meer in Soesterberg maar bij de KLM, maar dit boek borduurt nog duidelijk op het eerste door.

En trots staat op de cover nog steeds 'door Luitenant vlieger' A. Viruly, wat dan ook de laatste keer zal zijn.

Uit een reclameboekje van de uitgever:

Dit boek geeft verhalen uit des schrijvers zoo avontuurlijk vliegersleven, aangevuld met eenige hoofdstukken, die ontstaan zijn uit de vele vragen die den auteur werden gesteld.

Uit de inhoud: De Vliegmensch - Escadrille vliegen - De gevaren van het luchtreizen- Blindvliegen - De koningin is jarig Een seconde luchtvaarthistorie - Vliegen als beroep en als sport Luchtgeesten - Met sportvliegtuigen omhoog - Het confectiegesprek - Noodlanding - Als leerlingverkeersvlieger van Malmö naar Amsterdam - Typen.

Typisch dus een boek waar Viruly tussen twee werelden zweeft.

Enerzijds zijn nog grote enthousiasme voor het escadrille vliegen en zijn groot ontzag voor zijn instructeurs op de vliegbasis Soesterberg, anderzijds lokt het avontuur van het vliegen bij de KLM. Vooral over de grenzen heen, door het 'cellofaan' zoals hij het noemt.

De vlucht als leerlingvlieger van Malmo naar Amsterdam wordt uitgebreid in dit boek omschreven: het geeft een goed beeld van de sfeer die rondom het internationale vliegen hing:

Als Leerling-verkeersvlieger van Malmo naarAmsterdam

Vannacht heeft het gevroren in Malmo.

Er ligt rijp op den grond en de takken- er gaan opgezette kragen door den vroegen ochtend. Van Denemarken komt een koude wind over de Sont waaien, een wind, die den winter komt aandragen. Kopenhagen, aan den overkant, op vijf en twintig kilometer afstand, is weggedoken achter vaal koude ochtendheiigheid.

Frau Andersen komt met warme koffie en zoet Zweedsch roggebrood - dat is het laatste ontbijt voor de Hollanders en omdat het 't laatste is, wordt het met spijt voorgezet en met spijt genuttigd.

De familie Andersen ziet de Hollanders graag en de Hollanders logeeren in Zweden altijd bij de familie Andersen. Den heelen zomer zijn ze geregeld te gast gekomen - vannacht is het voor "t laatst geweest. Hu - wat is het koud vanochtend en wat is het duidelijk, dat het andere eind van dit Zweedsche land daar ergens bij de Pool ligt.

De zomer is om, de Hollanders komen niet meer terug. Tot volgend voorjaar, Brask! Tot volgende lente, Gosta!

En op het kleine witberijpte veld van het ,Malmo Stads Flygsstation" staat de laatste Fokkervogel van den K.L.M. zomerdienst al gereed voor den laatsten, definitieven, trek naar Amsterdam.

Post en goederen worden gewogen en ingeladen. De passagiers, die op Nederlandsche vleugelen het eerste deel der route van de SkandinaviE-express gaan ondernemen om tegen het diner in Parijs en Londen te zijn, passeeren de douane.

Er zijn vele handen te schudden: Zweedsche, Deensche, Fransche, Engelsche handen.

En er gaan veel wenschen met de laatste Hollandsche machine mee - hartelijke wenschen en groeten, die over grenzen en water heen reiken.

,,En als je met Oudjaar in Bagdad bent op jullie route naar Batavia - groet my friends so and so and a happy New Year!"'

"Tot morgenavond in Parijsl"

"Kom weer terug - volgend jaar!"

De laatste koude handen warm geschud- het Internationale ,Contact!" over het witte betonplateau, gevolgd door het scherpe knallen der startpatronen en het opgewekte warmdraaien onzer jupiters. De koude olie wordt behagelijk lauw; de jupiters zijn gereed voor den laatsten rit naar Schiphol.

Adieu .... eu! Adieu .... eu!

In de schroefwind

Citaat



DE VLIEGMENSCH

Voor J. J. v. d. Leeuw.

"Humorvoll, kiihn, sich beherrschend, bescheiden, Heraus ohne Schmeichelei. Ich mag these Kerls leiden".

J. Ringelnatz. Flugzeuggedanken.

Bestaat de vliegmensch?

De bloem der jongelingschap pleegt te verschijnen op den drempel van die modernste aller gruwelkamers, welke vliegmedische keuringsdienst heet. Daar komt ze onder het determineermes en de loupe.

Een arsenaal van martelwerktuigen, waar de Inquisitie en de Gevangenpoort in hun beste dagen nog niet van durfden droomen, komt in werking; - en de helft van de candidaten wordt afgewezen. Streng als de wetten der Meden zijn de medische wetten, die de geboorte van den vliegmensch bepalen; weinigen zijn uitverkoren.

En zelfs dezen zijn nog te velen in aantal-. hoevelen hebben het, met het theoretische bewijs van hun deugdelijkheid in den zak der zoo vurig begeerde vliegkleeding, niet jammerlijk in de practijk achter het dashboard van de lesmachine moeten afleggen tegen de poetsen, die remous, snelheid, hoogte en evenwicht hen zoo meesterlijk speelden? De hangardeur is met een teleurstellende klap achter hen dicht gevallen - weg illusie!

Er zijn psychische en physieke factoren-. de strenge vliegmedicus kent ze. Maar evenmin als een magneet, een oliepomp, een carburator, een stelletje cylinders en de andere onmisbare onderdeelen samen zonder meer een vliegtuigmotor opleveren, evenmin maken die factoren sarnen zonder meer den vliegmensch, die veilig met den motor omhoog kan.

In theorie staat de vliegmensch ten voeten uitgeteekend in artikel 35 en 36 der Regeling van het Rijkstoezicht op de Luchtvaart, maar dat vervelend portret zou geen enkele pilotenkamer versieren en wat deze wettelijke figuur, vrij van buikwandverslapping, vergroeiing der borstvliezen en migraine, achter het levier in de practijk zal vermogen te presteeren, blijft de vraag.

Nooit kan de vliegmedicus van te voren met zekerheid bepalen,, of de psychische -en physieke factoren,, al zijn ze allen aanwezig, straks boven den grond samen het merkwaardige product zullen vormen, dat de juiste handelingen op de juiste momenten zal weten te verrichten.

En, omgekeerd, biedt het groote moeilijkheden om uit de vele merkwaardige producten, die de vliegwereld bevolken, een grootsten gemeenen deeler te trekken, welke met recht als de' vliegmensch betiteld zou kunnen worden. Misschien vermag dat een volgende generatie, die over meer ervaring zal beschikken - wij voor ons hebben maar weinig overeenstemmingen gevonden in de al of nog niet gebrevetteerde inhouden der diverse cockpits, waarin we gekeken hebben.

Daar dit bijna alle Nederlandsche cockpits waren, mag, toch niettemin bescheiden, verklaard worden, dat hun bewoners den vliegmensch-an-sich geen oneer aandeden.

De wijde Hollandsche luchten schijnen er het hunne toe bij te dragen om hen, die in deze lage landen geboren worden, eenige flair voor de juiste behandeling van het levier in het leven mee te geven. Allen konden ze er wat van. Sommigen vlogen zonder ophef regelmatig op en neer naar Indonesie, anderen renden escadrillegewijs als vijf vingers aan een hand over de elf provincien.

Er waren bewonderenswaardige staaltjes van acrobatiek, die de hemelen boven Den Helder of Soesterberg in rep en roer zetten, er waren meteorologische vluchten jaar in jaar uit bij weer of geen weer naar 5ooo Meter- er waren Internationale overwinningen....

Maar wat hadden deze vliegers gemeen- wat teekende den vliegmensch?

Wat was de overeenkomst tusschen den eenen jachtvlieger, wiens grootste genoegen was om,, bulderende boven het Marsdiep,, uit beide mitrailleurs vuur en verderf naar de sleepschijf en tusschen de bedrijven door naar de zeerobben te spuwen, en den anderen, die zichzelf, op weg van Schiphol naar Waalhaven, plotseling boven Zeeuwsch-Vlaanderen ontdekte daar hij, eennmaal boven 1000 Meter, in een boekje van Krishnamurti was verdiept geraakt?

Tusschen.... maar men geloove dit zonder verdere voorbeelden gerust op gezag: van wat ze gemeen hadden wist men nooit zeker of dat nu het essentieele was en het schijnt even verstandig om van den luchtmensch te spreken als om te betoogen, dat er evenveel vliegers als soorten vliegers zijn.

Zeker is, dat het vak niet leidt tot vervlakking van de zijn bedrijvers typeerende verschillen: in de onbegrensde ruimte schijnt alleen voor den clichemensch geen plaats te wezen.

Bestaat de vliegmensch? De vliegers, die we ontmoetten, waren altijd in de eerste plaats zichzelf. Zij hadden, ook op critieke momenten, altijd en alleen, hun eigen roeren bediend. Misschien is dit de algemeene trek, die, voorloopig, den vliegmensch teekent.